De tijd in Haïti draagt in mijn interne boek de titel ‚de Hel van Haïti‘. Het was een pittig jaar, op professioneel en persoonlijk gebied. Na de eerste paar weken maakte ik een HTS lijst, dat mijn afkorting was voor ‚how to survive‘. Een lijst met dingen die ik kon doen en waaraan ik mezelf wilde herinneren wanneer ik het zwaar zou hebben … een lijst waarop ik veelvuldig teruggreep. Pas later viel me op hoeveel overeenkomst er was tussen mijn eigen HTS-lijst en de principes die men ingeprent krijgt in een training ‚wat te doen als je in gevangenschap moet overleven‘ (ingeval van bijv. kidnapping wat in Haïti een reëel gevaar was).
Het was een turbulente tijd in een (voor mij) bijzonder demotiverende omgeving.
De gigantische hoeveelheden internationale gelden bereikten veel te vaak niet de mensen en gebieden die het nodig hadden; zonder een regering die wil (mee)werken ten gunste van het eigen volk is het dweilen met de kraan open. Na 3 maanden werd ik per helicopter naar de Dominikaanse Republiek geevacueerd, nadat het reden-tot-paniek-stadium van dengue bereikt had, met alle medische complicaties vandien. Een paar weken later keerde ik terug naar de compound en diende nog 4 lange maanden mijn contract uit.
Op kleine schaal waren er natuurlijk ook positieve kanten aan het verhaal. Het temperament van twee Italiaanse collega’s, een gigantische basilikumstruik en een compound-geit brachten belangrijke afwisseling aan de dag. Zoals altijd beschouwde ik het als een voorrecht om patiënten thuis te bezoeken en in hun eigen omgeving te werken. Ik kwam op plaatsen waar geen enkele toerist komt. De beelden daarvan hebben mijn interne foto-album weer een stuk verder gekleurd. Het is en blijft een bijzonder gevoel te merken dat mijn aanwezigheid vooruitgang brengt – ook als dat ’slechts‘ op zeer kleinschalig en individueel niveau is.
Al met al vond ik het leven tussen 4 muren, achter prikkeldraad en met gewapende poortwachters een uitdaging; dat al die maatregelen geen bescherming boden tegen het bedonderd worden door mijn eigen collega’s en de studenten waarvoor ik überhaupt daar was, bracht me tot sterke vertwijfeling. Vragen als ‚hoe ver ga je in dit werk?‘, ‚waarom doe je dit eigenlijk?‘ en ‚heeft het allemaal wel zin?‘ begeleidden mij door de maanden, maar vonden tot op de dag van vandaag geen antwoord.
Lobke[:]
Du muss angemeldet sein, um einen Kommentar zu veröffentlichen.