Von Friedhelm, einem befreundeten Weltumrunder, hat Tom den Tipp bekommen, nach Villa General Belgrano zu fahren. Das ist eine kleine Stadt, in der viele Deutsche im 2. Weltkrieg landeten. Diese haben es sich dort über die Jahre schön eingerichtet und sogar ein Oktoberfest auf die Beine gestellt.

Wir machen uns also auf den Weg über die Berge nach VGB.

Es geht kurvig hoch auf gut 2300m und wir windig und auch richtig kalt. Wir ziehen unsere Regenkleidung über, da es phasenweise auch ein bisschen regnet. Die Landschaft ist unglaublich toll, aber auch sehr karg. Steine, Steine, Steine – kaum Vegetation. Auf dem Weg nach unten halten wir an und nehmen in einer kleine Berggaststätte unser Mittagessen zu uns.
Endlich wieder im Tal angekommen, wird es wärmer und kurviger. Wir sehen kaum Menschen auf den Strassen, dafür immer mal wieder ein paar Pferde und Rinder auf den Feldern.

Villa General Belgrano
Wir sind erstaunt – waren die letzten Stunden kaum Menschen zu sehen – HIER sind sie alle beisammen. Die Nachkommen deutscher Matrosen, die im 2. Weltkrieg in Argentinien landeten und über das Land verteilt wurden, haben hier ein Oktoberfest nach Münchner Vorbild ins Leben gerufen, dass Menschenmassen zusammen kommen lässt. Tom freut sich schon auf ein gutes „deutsches“ Bier, jedoch sind die Preise für die Übernachtung um 500% in die Höhe gestiegen. Sorry, aber das passt für uns gar nicht und wir entscheiden uns, noch ein Stück weiterzufahren.

Wir fahren Richtung Embalse, als wir von der Hauptstrasse abbiegen und einfach mal in die Berge fahren. Die Schotterstrasse führt uns durch schönes Gelände. Alles ist eingezäunt – gar nicht so einfach, einen Platz für die Nacht zu finden. Direkt an der Strasse hat es etwas ebene Wiese und wir beschliessen, hier unser Nachtlager aufzubauen. Das Zelt steht inzwischen routiniert schnell, da kommt auch schon das erste Auto vorbei. Wir grüssen freundlich – dann haben wir wieder unsere Ruhe.

Holz sammeln für das geplante Lagerfeuer und Wasser holen im nahegelegenen Bach steht an. Das nächste Auto kommt vorbei und hält an. Nachdem klar ist, dass wir aus Deutschland/Holland sind, sprechen wir mit dem Schweizer deutsch. Er weist uns darauf hin, dass Lagerfeuer hier wegen der Waldbrandgefahr bei Wind nicht gestattet ist. Zudem erhalten wir den Hinweis, dass es Wildschweine und Pumas in der Gegend gibt. Er bittet uns, entsprechend umsichtig zu sein.

Das sind wir – natürlich – essen zu Abend und machen ein kleines Lagerfeuer auf gut 850m.

Die Nacht wird kalt – verdammt kalt. Lobke hat eh schon vor Tagen den Winterschlafsack herausgeholt, während Tom sich noch mit dem Sommerschlafsack zufrieden gibt. In dieser Nacht sind wir jedoch beide im Winterschlafsack – zu Recht, wie sich zeigen sollte!!!!!!

Wieder mal werden wir immer wieder durch viele laute Tiergeräusche geweckt oder wach gehalten. Es sind so viele schöne Geräusche dabei – klasse.

Als wir uns am frühen Morgen aus dem Zelt trauen, scheint die Sonne. Doch das Eis an unseren Motorrädern verrät uns, dass wir uns nicht irrten – es war in der Nacht bitterkalt. Mit der Zeit wärmt uns die Sonnen und lässt uns viele unterschiedliche Vogelarten bewundern.

Auch wenn Camping und Lagerfeuer an diesem Ort nicht wirklich gern gesehen waren, so hat sich der kleine kalte Ausflug für uns doch gelohnt.[:nl]De nacht met luidruchtige duiven is voorbij!

Van Friedhelm, een bevriende wereldreiziger, heeft Tom de tip gekregen om naar Villa General Belgrano te rijden. Dat is een kleine stad, waar vele Duitsers in de 2e wereldoorlog belandden. Ze hebben het plaatsje door de jaren heen tot een thuis gemaakt en hebben zelfs een Oktoberfest opgezet.

We gaan dus op pad door de bergen nach VGB.

In vele bochten kronkelt de weg zich omhoog tot ruim 2300 meter; het waait behoorlijk en het wordt steeds kouder. Omdat het af en toe ook sputtert trekken we onze regenkleding aan en genieten van het bizarre landschap.
Het is er schitterend, maar ook onherbergzaam. Rotsen, rotsen, rotsen – nagenoeg geen begroeiing. Nadat we het hoogste punt voorbij zijn en weer naar lager gebied afzakken houden we aan bij een kleine berghut om wat te eten en op te warmen.

Als we eindelijk weer in het dal aankomen wordt het warmer en bochtiger. We zien haast geen mensen op de straat, maar her en der steeds maar weer een paar paarden en koeien op de velden.

Villa General Belgrano

We staan raar te kijken – waar we de afgelopen uren nog nagenoeg geen mensen zagen, zijn ze HIER met z’n allen bij elkaar. Het Oktoberfest lässt sie alle zusammen kommen. Tom freut sich schon auf ein gutes „deutsches“ Bier, jedoch sind die Preise für die Übernachtung um 500% in die Höhe gestiegen. Sorry, aber das passt für uns gar nicht und wir entscheiden uns, noch ein Stück weiterzufahren.

We rijden richting Embalse, gewoon maar van de hoofdstraat weg en de bergen in. De gravelweg voert ons door mooie landschappen. Alles is omheind – zeker niet makkelijk om een plek voor de nacht te vinden

Direkt aan de landweg is een stukje weiland en we besluiten daar ons kampement voor de nacht op te bouwen. De tent staat inmiddels geroutineerd snel, daar komt ook al de eerste auto voorbij. Na een vriendelijke groet worden we met rust gelaten.

Hout zoeken voor het vuur en water halen uit het beekje verderop staat op het program. De volgende auto komt voorbij en stopt. Nadat duidelijk wordt dat we uit Duitsland/Holland komen, spreken we Duits met de Argentijnse Zwitser.

Hij wijst ons erop dat een kampvuur bij wind vanwege bosbrandgevaar niet is toegestaan. Daarnaast waarschuwt hij ons voor de wilde zwijnen en poemas die in het gebied rondlopen en hij vraagt ons voorzichtig te zijn.

Dat zijn we – natuurlijk – na het avondeten volgt een bescheiden vuurtje op goed 850 meter hoogte.

De nacht is koud – berekoud. Lobke had al een paar dagen geleden de winterslaapzak tevoorschijn gehaald, terwijl Tom nog met de zomervariant tevreden was. Deze nacht liggen we toch beide in winterslaapzak – terecht, zoals we we nog zouden zien!!!!!!

Wederom worden we door dierengeluiden gewekt of uit de slaap gehouden. Er zijn zovele verschillende geluiden te horen – klasse. Als we ’s morgens vroeg uit de tent stappen schijnt de zon. Maar het ijs op de motoren verraadt ons dat het niet aan ons lag – het was daadwerkelijk een ijskoude nacht. De zon warmt ons en de vele verschillende vogels langzaam op.

Ookal werden kampeerders en kampvuur hier niet zo graag gezien, was dit koude uitje voor ons de moeite waard.

 [:]